7:33
قُلْ إِنَّمَا حَرَّمَ رَبِّيَ الْفَوَاحِشَ مَا ظَهَرَ مِنْهَا وَمَا بَطَنَ وَالْإِثْمَ وَالْبَغْيَ بِغَيْرِ الْحَقِّ وَأَن تُشْرِكُوا بِاللَّهِ مَا لَمْ يُنَزِّلْ بِهِ سُلْطَانًا وَأَن تَقُولُوا عَلَى اللَّهِ مَا لَا تَعْلَمُونَZeg: “(Maar) de zaken die mijn Heer verboden heeft zijn grote kwade zonden of deze nu openlijk of in het verborgene gepleegd worden, (alle soorten) zonden, onrechtvaardige onderdrukking, deelgenoten (in de aanbidding) toekennen aan Allah, waarvoor Hij geen toestemming heeft gegeven en zaken over Allah zeggen waar jullie geen kennis over hebben.”