Surah الأَعۡرَافِ (Al-Faatiha) - Ayah 41

Periode: Mekkaans

7:41

لَهُم مِّن جَهَنَّمَ مِهَادٌ وَمِن فَوْقِهِمْ غَوَاشٍ ۚ وَكَذَٰلِكَ نَجْزِي الظَّالِمِينَ

Er zal een bed van hellevuur zijn en zij worden met het (hellevuur) bedekt. Zo vergoeden Wij de onrechtvaardigen.