7:48
وَنَادَىٰ أَصْحَابُ الْأَعْرَافِ رِجَالًا يَعْرِفُونَهُم بِسِيمَاهُمْ قَالُوا مَا أَغْنَىٰ عَنكُمْ جَمْعُكُمْ وَمَا كُنتُمْ تَسْتَكْبِرُونَEn als de mensen van de muur roepen naar de mensen die zij door hun merktekenen herkennen, roepen, zeggende: “Jullie grote getale waren jullie niet tot nut en (en ook met) jullie arrogantie tegen het geloof.”