Surah الأَعۡرَافِ (Al-Faatiha) - Ayah 58

Periode: Mekkaans

7:58

وَالْبَلَدُ الطَّيِّبُ يَخْرُجُ نَبَاتُهُ بِإِذْنِ رَبِّهِ ۖ وَالَّذِي خَبُثَ لَا يَخْرُجُ إِلَّا نَكِدًا ۚ كَذَٰلِكَ نُصَرِّفُ الْآيَاتِ لِقَوْمٍ يَشْكُرُونَ

De plantengroei van een goed land komt voort door de toestemming van zijn Heer en datgene wat slecht is, brengt niets anders dan met moeite een geringe hoeveelheid. Zo leggen Wij vaak de tekenen uit voor de mensen die dankbaar zijn.