Surah الأَعۡرَافِ (Al-Faatiha) - Ayah 75

Periode: Mekkaans

7:75

قَالَ الْمَلَأُ الَّذِينَ اسْتَكْبَرُوا مِن قَوْمِهِ لِلَّذِينَ اسْتُضْعِفُوا لِمَنْ آمَنَ مِنْهُمْ أَتَعْلَمُونَ أَنَّ صَالِحًا مُّرْسَلٌ مِّن رَّبِّهِ ۚ قَالُوا إِنَّا بِمَا أُرْسِلَ بِهِ مُؤْمِنُونَ

De leiders van degenen die onder zijn mensen arrogant waren, zeiden tegen degenen die als zwak werden beschouwd, tegen degenen die hem geloofden ”Weten jullie dat Salih door zijn Heer gestuurd is.” Zij zeiden: “Wij geloven inderdaad in datgene wat hem gestuurd is.”