Surah الأَعۡرَافِ (Al-Faatiha) - Ayah 93

Periode: Mekkaans

7:93

فَتَوَلَّىٰ عَنْهُمْ وَقَالَ يَا قَوْمِ لَقَدْ أَبْلَغْتُكُمْ رِسَالَاتِ رَبِّي وَنَصَحْتُ لَكُمْ ۖ فَكَيْفَ آسَىٰ عَلَىٰ قَوْمٍ كَافِرِينَ

Toen keerde hij zich van hen af en zei: “O, mijn volk! Ik heb zeker de boodschap van mijn Heer aan jullie verkondigd en ik heb jullie goede raad gegeven. Hoe kan ik dan bedroefd zijn over de ongelovigen.”