Surah الإِنسَانِ (Al-Faatiha) - Ayah 11

Periode: Medinees

76:11

فَوَقَاهُمُ اللَّهُ شَرَّ ذَٰلِكَ الْيَوْمِ وَلَقَّاهُمْ نَضْرَةً وَسُرُورًا

Daarom redde Allah hen (de gelovigen) van het kwaad van die dag, en gaf hun een licht van schoonheid en vreugde.