Surah الأَنفَالِ (Al-Faatiha) - Ayah 4

Periode: Medinees

8:4

أُولَٰئِكَ هُمُ الْمُؤْمِنُونَ حَقًّا ۚ لَّهُمْ دَرَجَاتٌ عِندَ رَبِّهِمْ وَمَغْفِرَةٌ وَرِزْقٌ كَرِيمٌ

Zij zijn het die gelovigen in de waarheid zijn. Voor hen zijn er niveaus van waardigheid bij hen Heer en vergeving en een geweldige voorziening.