84:1
إِذَا السَّمَاءُ انشَقَّتْAls de hemel splijt,
Periode: Mekkaans
Verzen: 25
إِذَا السَّمَاءُ انشَقَّتْAls de hemel splijt,
وَأَذِنَتْ لِرَبِّهَا وَحُقَّتْEn het (de hemel) naar zijn Heer luistert en Hem gehoorzaamt, en zijn plicht nakomt.
وَإِذَا الْأَرْضُ مُدَّتْEn als de aarde uitgestrekt wordt.
وَأَلْقَتْ مَا فِيهَا وَتَخَلَّتْEn alles uitgeworpen heeft wat zij in zich heeft, en ledig wordt.
وَأَذِنَتْ لِرَبِّهَا وَحُقَّتْEn het (de aarde) naar haar Heer luistert en Hem gehoorzaamt, en haar plicht nakomt.
يَا أَيُّهَا الْإِنسَانُ إِنَّكَ كَادِحٌ إِلَىٰ رَبِّكَ كَدْحًا فَمُلَاقِيهِO mens waarlijk, jullie keren naar jullie Heer terug – met jullie daden en handelingen (goed en slecht), een zekere terugkeer.
فَأَمَّا مَنْ أُوتِيَ كِتَابَهُ بِيَمِينِهِDan, zal er voor hem die de afrekening in zijn rechterhand krijgt.
فَسَوْفَ يُحَاسَبُ حِسَابًا يَسِيرًاHij zal zeker een gemakkelijke afrekening krijgen.
وَيَنقَلِبُ إِلَىٰ أَهْلِهِ مَسْرُورًاEn zal blijmoedig tot zijn familie terugkeren!
وَأَمَّا مَنْ أُوتِيَ كِتَابَهُ وَرَاءَ ظَهْرِهِMaar iedereen die zijn afrekening achter zijn rug krijgt.
فَسَوْفَ يَدْعُو ثُبُورًاHij zal zijn vernietiging over zich uitroepen.
وَيَصْلَىٰ سَعِيرًاHij zal braden in een laaiend vuur.
إِنَّهُ كَانَ فِي أَهْلِهِ مَسْرُورًاWaarlijk, hij was blijmoedig bij zijn familie!
إِنَّهُ ظَنَّ أَن لَّن يَحُورَWaarlijk, hij dacht dat hij nooit (tot Ons) zou terugkeren!
بَلَىٰ إِنَّ رَبَّهُ كَانَ بِهِ بَصِيرًاJa, waarlijk zijn Heer is alwetend over hem.
فَلَا أُقْسِمُ بِالشَّفَقِDus Ik zweer bij de rode gloed van de zonsondergang.
وَاللَّيْلِ وَمَا وَسَقَEn bij de nacht en alles wat het in zijn duisternis verzamelt.
وَالْقَمَرِ إِذَا اتَّسَقَEn bij de maan, als die vol is.
لَتَرْكَبُنَّ طَبَقًا عَن طَبَقٍJullie zullen je zeker van stadium tot stadium voortbewegen.
فَمَا لَهُمْ لَا يُؤْمِنُونَWat scheelt hen toch, dat zij niet geloven?
وَإِذَا قُرِئَ عَلَيْهِمُ الْقُرْآنُ لَا يَسْجُدُونَEn als de Koran voor hen gereciteerd wordt, dat zij niet neerknielen?
بَلِ الَّذِينَ كَفَرُوا يُكَذِّبُونَNee, (in tegendeel) degenen die niet geloven, verloochenen.
وَاللَّهُ أَعْلَمُ بِمَا يُوعُونَEn Allah weet het het beste wat zij in zich hebben.
فَبَشِّرْهُم بِعَذَابٍ أَلِيمٍVerkondig dus aan hen een pijnlijke bestraffing.
إِلَّا الَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ لَهُمْ أَجْرٌ غَيْرُ مَمْنُونٍBehalve degenen die geloven en goede daden verrichten, voor hen is er een beloning welke nooit zal eindigen.