Surah البُرُوجِ (Al-Faatiha) - Ayah 8

Periode: Mekkaans

85:8

وَمَا نَقَمُوا مِنْهُمْ إِلَّا أَن يُؤْمِنُوا بِاللَّهِ الْعَزِيزِ الْحَمِيدِ

Zij hadden niets tegen hen, behalve dan dat zij in Allah geloofden, de Almachtige, Die alle lof waardig is!