Surah التَّوۡبَةِ (Al-Faatiha) - Ayah 103

Periode: Medinees

9:103

خُذْ مِنْ أَمْوَالِهِمْ صَدَقَةً تُطَهِّرُهُمْ وَتُزَكِّيهِم بِهَا وَصَلِّ عَلَيْهِمْ ۖ إِنَّ صَلَاتَكَ سَكَنٌ لَّهُمْ ۗ وَاللَّهُ سَمِيعٌ عَلِيمٌ

Neem aalmoezen van hun om hen daarmee te reinigen en te zuiveren en verricht smeekbedes voor hen. Waarlijk! Jouw aanroepingen zijn een bron van rust voor hen en Allah is Alhorend, Alwetend.