Surah التَّوۡبَةِ (Al-Faatiha) - Ayah 49

Periode: Medinees

9:49

وَمِنْهُم مَّن يَقُولُ ائْذَن لِّي وَلَا تَفْتِنِّي ۚ أَلَا فِي الْفِتْنَةِ سَقَطُوا ۗ وَإِنَّ جَهَنَّمَ لَمُحِيطَةٌ بِالْكَافِرِينَ

En onder hen is degene die zegt: “Geef mij toestemming en beproef mij niet.” Zeker zij zijn voor de beproeving gezakt. En waarlijk, de hel omringt de ongelovigen.