92:19
وَمَا لِأَحَدٍ عِندَهُ مِن نِّعْمَةٍ تُجْزَىٰEn niet aan voordeel van iemand denkt waarvan hij een beloning kan verwachten.
Periode: Mekkaans
وَمَا لِأَحَدٍ عِندَهُ مِن نِّعْمَةٍ تُجْزَىٰEn niet aan voordeel van iemand denkt waarvan hij een beloning kan verwachten.